Tetterode (opgericht in 1851) en Plantin (sinds 1911) heten voortaan ‘Heidelberg Benelux‘. Die naamsverandering zat er aan te komen sinds Heidelberg in maart de overname aankondigde van de ‘Printing Systems Group‘ van investeringsmaatschappij CoBe (die deze groep bedrijven in oktober 2013 kocht van het Amerikaanse Staples). Voor zowel de handelshuizen als het moederbedrijf vormt deze stap onderdeel van een drastisch veranderingsproces dat drie jaar geleden onder leiding van de nieuwe topman Gerold Linzbach in gang werd gezet.
De opening van het nieuwe Print Media Center Commercial in Wiesloch, afgelopen juni, markeerde een belangrijk schakelmoment in dat proces. Afgeslankt, voorzien van een nieuw logo en op weg naar duurzame winstgevendheid slaat de 165-jarige persenbouwer een nieuwe toon aan.
Gerold Linzbach is nog maar net twee maanden aan de slag bij Heidelberg, als eind oktober 2012 de geheel vernieuwde showroom in thuisbasis Heidelberg feestelijk wordt omgedoopt tot ‘Print Media Center’ (PMC). De machines die eerder dat jaar tijdens Drupa in Düsseldorf te zien waren, waaronder de tienkleuren Speedmaster XL106, staan nu hier. Ook de opvallende wanddecoratie van offsetplaten die Halle 1 sierde, hangt er. “Elke dag Drupa” wordt het PMC ook wel genoemd. Niemand vermoedt op dat moment dat er twee jaar later opnieuw een grote verhuizing op stapel staat – weg uit Heidelberg.
Glas en staal
De locatie van het Print Media Center doet dan al dertig jaar dienst als Heidelberg’s huisdrukkerij, showroom en democentrum – de teller staat op zo’n 25.000 demonstraties aan klanten. Het gebouw staat in de schaduw van de in 2000 verrezen ‘Print Media Academy’ (PMA), een 50 meter hoog glazen gebouw waar Heidelberg opleidingen en trainingen verzorgt en bijeenkomsten houdt. Het restaurant op de twaalfde etage biedt een prachtig uitzicht over de stad en de omgeving – zo’n 15 kilometer naar het zuiden ligt Wiesloch, waar Heidelberg in 1957 een nieuwe fabriek opende om grotere persen te kunnen bouwen.
Voor de PMA staat een 90 ton zwaar stalen sculptuur dat een driebenig paard voorstelt, ‘S-Horse’ genaamd. De lichtgevende ogen van het gevleugelde paard staan symbool voor de prepress-activiteiten, de romp bestaat uit draaiende cilindervormen die de drukpersen verbeelden, de staart in de vorm van een boek verwijst naar de afwerking – de drie poten waar de portfoliostrategie van Heidelberg op steunt.
Linzbach denkt er, ’s avonds bij het feestelijke PMC-diner op de bovenste verdieping, waarschijnlijk allemaal zo het zijne van. Dat glazen ‘paleis’ is hij liever kwijt dan rijk. En ook de strategie gaat op de schop.
Vijf jaar
Linzbach vervangt Bernhard Schreier. Die heeft bijna dertien jaar leiding gegeven aan Heidelberg, maar krijgt in 2012 kort na Drupa de wacht aangezegd. Het financiële herstel van ‘s werelds grootste persenbouwer laat te lang op zich wachten. In 2008 en in de jaren die volgden hebben de financiële crisis en later ook de eurocrisis hard toegeslagen. Schreier kondigde besparingsmaatregelen van honderden miljoenen euro’s aan, maar in 2009 moest Heidelberg na een verlies van 249 miljoen euro zelfs bij Duitse overheden aankloppen voor 850 miljoen euro staatssteun.
Het succes van Drupa in 2012, waar door Heidelberg voor 890 miljoen euro aan orders is genoteerd, stemt Schreier ‘voorzichtig optimistisch’ over het boekjaar 2012/2013. En voor 2013/2014 verwacht hij zelfs dat Heidelberg weer winst zal maken. Het is echter aan de nieuwe topman Gerold Linzbach, afkomstig van buiten de grafische industrie, om die verwachtingen waar te gaan maken. Hij heeft een contract getekend tot 31 augustus 2017 en hij weet: in die vijf jaar moet het roer stevig om. De kosten moeten verder omlaag en er moeten nieuwe inkomstenbronnen worden aangeboord.
Heldere strategie
Begin 2014, anderhalf jaar na zijn aantreden, maakt Linzbach duidelijk dat er een ander Heidelberg is opgestaan. Het personeelsbestand is teruggebracht van ooit 20.000 tot nu nog zo’n 12.000, maar de jaren van reorganisaties en herstructurering zijn eindelijk voorbij, stelt hij. Het is nu tijd voor focus en een heldere strategie: “Bij alles wat we doen moeten we ons steeds afvragen of er iets mee te verdienen valt – door ons en door onze klanten.” Hij legt de nadruk op de wensen van de klant: “Er moet een markt zijn, er moet vraag zijn.” En hij zoekt nadrukkelijk samenwerking met partners: “Je kunt het niet allemaal zelf doen en dat hoeft ook helemaal niet, want er zijn prima partijen in de markt.”
Naar Wiesloch
Hij ziet nieuwe toekomstmogelijkheden in inkjet door samen te gaan werken met FujiFilm. Tegelijkertijd snijdt hij flink in het portfolio aan afwerkapparatuur door zich voortaan te beperken tot vouw- en snijmachines. De productie en verkoop van verzamelhechters en garenloosbindlijnen wordt gestaakt, de fabriek in Leipzig gesloten en het bestaande klantenpakket overgedaan aan Müller Martini.
Niet veel later, in juni 2014, maakt Linzbach bekend dat Heidelberg zijn activiteiten en medewerkers grotendeels van Heidelberg naar Wiesloch zal verplaatsen. Hoewel de huurovereenkomsten voor de PMA en bijvoorbeeld het R&D-centrum nog jaren doorlopen, verwacht Linzbach met deze stap toch enkele miljoenen euro’s te kunnen besparen. Maar misschien is de symboliek van het doorsnijden van de wortels met het verleden hem nog wel meer waard. Ook de S-Horse sculptuur blijft achter in Heidelberg.
Halverwege
De opening van het nieuwe PMC Commercial in fabriekshal 57 in Wiesloch, afgelopen juni, markeert dus een belangrijk moment in het transformatieproces dat Linzbach voor Heidelberg heeft uitgestippeld. Hoewel hij uitgerekend bij deze gelegenheid – halverwege zijn zittingstermijn – verstek moet laten gaan wegens ziekte (waarvan het herstel dermate lang blijkt te duren dat in juli bestuurslid en CFO Dirk Kaliebe als voorlopige plaatsvervanger wordt aangesteld) lijken alle puzzelstukjes nu op hun plek te vallen: een nieuwe huisstijl, een herzien portfolio, fris elan, andere mentaliteit, focus en – cruciaal – zwarte cijfers.
Nieuwe vlag
Er wapperen vlaggen met het nieuwe logo, dat na 15 jaar is aangepast en bovendien is aangevuld met een beeldtaal van pictogrammen. De overal in de huisstijl terugkerende kleuren blauw, groen en geel staan voor respectievelijk de machines, de verbruiksgoederen en de services – de drie pijlers onder de nieuwe samenstelling van het portfolio. De laatste twee categorieën zorgen voor een steeds belangrijker deel van de totale omzet van Heidelberg en moeten op termijn samen zelfs voor 50 procent van de inkomsten zorgen. De overname van het Belgische chemiebedrijf BluePrint en de inlijving van de PSG-groep (met daarin onder andere de handelshuizen Plantin en Tetterode) bezorgen Heidelberg direct al 100 miljoen euro extra omzet aan verbruiksgoederen en services.
Meer dan machines
Bij de opening van het PMC luidt het thema dan ook “Meer dan machines”. Heidelberg doet er alles aan om duidelijk te maken dat het veel meer te bieden heeft dan persen. In de nieuwe advertentie-uitingen verdwijnen de machines uit beeld om plaats te maken voor nogal Amerikaans aandoend beeldmateriaal; niet langer is de slogan ‘HEI tech’, maar ‘We care for you’. Er wordt benadrukt hoe belangrijk workflow en automatisering zijn: drukkers moeten immers steeds meer kleinere orders produceren om dezelfde omzet te behalen. Daartoe moeten ze niet alleen op hun persen kunnen vertrouwen maar bijvoorbeeld ook op een webshop waar ze 24 uur per dag hun materialen kunnen bestellen.
Focus op toepassing
Toch gaat er in het PMC uiteraard nog veel aandacht uit naar de machines: er staan Speedmasters in allerlei configuraties, maar ook enkele Ricoh-gebaseerde tonerprintsystemen en bijvoorbeeld de nieuwe Polar DigiCut laserstansmachine. De insteek is nu echter anders: “We concentreren ons niet op de technologie – offset, flexo of digitaal printen – maar op de toepassing.”
Het machine-portfolio is ondertussen opgeschoond en zal op afzienbare termijn worden uitgebreid met industriële inkjet-producten. Tijdens Labelexpo in september in Brussel moet de hybride Gallus DCS 340 flexo/inkjet labelpers zijn première beleven en voor Drupa in juni 2016 staat een eerste inkjet-vellenpers op het programma – al wenst Heidelberg zich voorlopig uit concurrentieoverwegingen in nevelen te hullen rond het formaat of het beoogde marktsegment. Ook de JetMaster, een installatie voor het inkjet-printen op objecten, zal tijdens Drupa meer dan alleen voetballen kunnen bedrukken.
‘Goed op weg’
De plannen van Linzbach lijken vruchten af te werpen. In boekjaar 2013/2014 werd na vijf opeenvolgende verliesjaren het tij gekeerd: na belastingen resteerde een bescheiden winst van 4 miljoen euro. Dat er in 2014/2015 toch weer een verlies van 72 miljoen werd genoteerd, was het gevolg van de eenmalige bijzondere lasten vanwege de herstructurering van de organisatie en het portfolio. Dat laatste, in combinatie met een krimp in China van zo’n 140 miljoen euro, zorgde het afgelopen jaar ook voor 4 procent lagere verkoopcijfers van in totaal 2,33 miljard euro. Maar Heidelberg kijkt optimistisch vooruit: met ingang van boekjaar 2015/2016 wordt er winst beloofd. De marge groeit naar minstens 8 procent en de verkoopcijfers zullen op de middellange termijn elk jaar met 2 tot 4 procent toenemen.
Bij de presentatie van de eerste kwartaalcijfers, begin augustus, stelt financieel directeur en plaatsvervangend CEO Dirk Kaliebe tevreden vast: “Heidelberg is goed op weg om de doelstellingen voor dit boekjaar te halen.”
[Dit artikel verscheen eerder in Grafisch Nieuws]
Het is – vanuit mijn emotionele hersenhelft gestuurd en gebaseerd op 37 jaar Tetterode werkervaring – jammer dat de Tetterode naam na ruim 160 jaar verdwijnt. De andere hersenhelft is tevreden en sinds enkele maanden zelfs opgetogen dat de laatste 5 bedrijven uit de oude Tetterode groep nu ook onderdeel zijn geworden van Heidelberg. De collega’s in Midden-Amerike, Azië en Frankrijk werken tot grote voldoening al jaren bij Heidelberg en de oudere medewerkers missen – naar verluidt – soms het oude LA-gevoel. Maar dat beklijft slechts enkele melancholische minuten! Van de oude Bührmann-Tetterode bedrijven draagt er geen enkele meer een van de oude namen uit 1963. All gone!