Lang weekend – lekker de tijd om wat recent verschenen rapporten door te nemen. Zoals: het vorige week bij het GOC verschenen Trends in de creatieve industrie (2010) – Voel de verandering. De vierde editie van deze jaarlijkse verkenning van de ‘creatieve industrie’, waartoe ook de grafimediabranche wordt gerekend, put uit een flink aantal bronnen en dat levert interessant (maar zelden ècht verrassend) cijfermateriaal op.
Het rapport opent echter met een merkwaardig eerste hoofdstuk, dat in de inleiding stelt:
‘Nederland staat in de top 10 van creatieve industrie landen in Europa. Dat betekent dat Nederland het goed doet.’
Iets verderop blijkt de sector die prestatie zelfs nog te overtreffen, volgens een citaat uit de Verkenning Creatieve Industrie van de Ministeries van Economische Zaken en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: de Nederlandse creatieve industrie behoort tot de top 10 in de wereld!
Waarna een nogal ontluisterende tabel volgt uit diezelfde Verkenning Creatieve Industrie:
In de ‘overall-ranking’ blijkt dat Nederland de 9e positie bekleedt in de lijst van 17 Europese landen. Daarmee behoor je inderdaad tot de top 10, maar goed beschouwd sta je dan toch gewoon als middenmoter in het ‘tweede rijtje’ van deze creatieve competitie (om van je plek op de wereldranglijst maar te zwijgen)?
De toevoeging dat Slovenië ‘de eerste plaats te danken heeft aan de enorme groei die de creatieve industrie daar in korte tijd heeft doorgemaakt‘ doet toch niets af aan die prestatie? En wat zegt de constatering dat ‘bij Nederland het relatief hoge aandeel in de werkgelegenheid opvalt‘ over die 9e plek? Mij valt daarbij toch vooral op dat we tegelijkertijd een 15e plek scoren als het om productiviteit gaat.
Geef een reactie