Vandaag werd bekend dat na de papieren krant ook de online versie van ‘Dag’ er binnenkort mee ophoudt. In april van dit jaar schreef ik in vakblad Graficus een column over kranten en hun keuze voor papier en/of online.
Begin deze maand [april 2009] zette in Amerika het landelijke dagblad The Christian Science Monitor na 100 jaar de persen definitief stil om alleen nog als CSMonitor.com on line te verschijnen. In Nederland deed de gratis krant Dag er nog geen anderhalf jaar over om eind 2008 tot datzelfde besluit te komen. Kostenbesparingen op drukken en distributie vormen het belangrijkste argument bij deze stap. Maar klopt die som eigenlijk wel?
Vorige week verscheen juist het onderzoek naar (onder andere) het businessmodel van een ‘on line only’ dagblad. De onderzoekers Thurman en Myllylahti, aan de Londense School of Journalism, brachten in kaart wat de effecten zijn als een papieren krant de stap naar uitsluitend on line zet. Ze gebruikten de Finse krant Taloussanomat, onderdeel van Sanoma, als praktijkvoorbeeld. Dit financiële dagblad zette eind 2007, als eerste in Europa, de knop compleet om naar digitaal nadat het tien jaar in druk verscheen.
Niet zo eenvoudig
Hoewel Taloussanomat er in slaagde 52 procent op de kosten te besparen, bleek het verlies aan abonnee- en advertentieinkomsten groot: die zakten met minstens 75 procent. ‘Lezers hebben weinig zin om voor on line berichten te betalen. En advertenties op internet brengen minder op. Dat effect kun je alleen tegengaan als je er in slaagt meer bezoekers naar je website te trekken en als ze dan ook meer pagina’s bekijken’, schrijven de onderzoekers, die meteen waarschuwen: ‘Dat is nog niet zo eenvoudig als het lijkt.’
Je zou namelijk misschien verwachten dat een website van een krant, die voorheen ook op papier verscheen, meer lezers naar internet trekt. Maar dat bleek in Finland niet het geval: ‘Het aantal bezochte pagina’s steeg in de eerste vier weken nadat de krant alleen nog on line verscheen met dertig procent. Twintig weken later begon dat aantal te zakken – in juli 2008 lag het 11 procent onder het niveau van de laatste week dat de krant nog werd gedrukt.’ Het herstel dat zich daarna weer voordeed houdt gelijke tred met websites van kranten die nog altijd ook op papier verschijnen.
Digitale nieuwsvoorziening
Hoe zou dat gaan in Nederland? Ik pakte er de cijfers van Dag eens bij (zie bijgaande grafiek). Dag ging in mei 2007 van start als multimediale nieuwsbron: een krant plus een website op internet en op je mobiel. Het was daarmee het vierde gratis dagblad op de Nederlandse markt. ‘Door deze moeilijke omstandigheden in de markt voor gratis kranten en met onzekere economische vooruitzichten zien PCM en KPN onvoldoende perspectief om de krant binnen afzienbare tijd winstgevend te maken. Er is dan ook voor gekozen om met de papieren krant te stoppen’, schreef Dag enkele dagen voordat op 1 oktober 2008 alweer de laatste editie verscheen: ‘PCM gaat alleen verder met de digitale nieuwsvoorziening.’
Volgens de tabellen van de Stichting Internetreclame STIR vertoonde het aantal bezoekers op dag.nl in de eerste twee maanden na het staken van de papieren krant een forse groei. Maar ook hier, net als in Finland, zette de daling vervolgens in om afgelopen februari onder het niveau van vlak voor de ingreep te belanden.
Vuistregel
De onderzoekers uit Londen benadrukken dat de Taloussanomat er, ondanks de flinke inkomstenderving, in is geslaagd om de verliezen die het leed te verminderen. Al waren daar ook aanvullende bezuinigingen en ontslagen voor nodig.
Het onderzoek leverde een vuistregel op: nog uitsluitend on line verschijnen is voor een krant financieel gezien alleen de moeite waard als de kosten van een papieren editie 45 procent hoger zijn dan de inkomsten.
Ik heb geen idee hoe de financiële plaatjes van kostenbesparingen en inkomstenderving er bij Dag uitzien. Maar in Amerika verschijnt voor alle zekerheid, naast een dagelijkse PDF-nieuwsbrief, voorlopig ook nog een weekblad van Christian Science Monitor: ‘Gedrukt om kwaliteitspapier.’
Geef een reactie