In een poging allerlei ‘milieumythes’ te ontkrachten en uit verdediging tegen ‘gecoördineerde en misleidende aanvallen op onze industrie’ bracht het European Mail Industry Platform (EMIP) vorige maand een rapport uit met ‘de feiten’: ‘Sinds 1990 is het Europese bos met 805.000 hectare toegenomen. Rusland niet meegerekend komt dat neer op 1,5 miljoen voetbalvelden per jaar.’
Het rapport biedt een reeks handige lijstjes met argumenten die in een verhitte discussie over drukwerk goed van pas kunnen komen. Even oefenen, kalm blijven en losjes uit de mouw schudden:
‘Al die milieuvervuilende mailings in mijn brievenbus!’
‘Dat effect valt wel mee. Ze veroorzaken slechts 0,1 %, oftewel 14 kg CO2, van de jaarlijkse CO2-uitstoot van een gemiddeld Europees huishouden. Dat is evenveel als een autorit van 70 km. Of bijvoorbeeld vijf cheeseburgers, of negen liter melk.’
‘En al die bomen dan, die worden gekapt om er papier van te maken!’
‘Dat is een misverstand. De papierindustrie kapt zelden bomen voor de productie van papier. Die bomen zijn vooral bestemd als hoogwaardig basismateriaal in bijvoorbeeld de bouw- en meubelindustrie. De grondstoffen voor Europees papier bestaan voor de ene helft uit gerecycled papier en de andere helft uit vezels die grotendeels afkomstig zijn uit bijproducten (houtsnippers, zaagsel en onbruikbare boomtoppen) die anders verloren zouden gaan.’
‘Maar papier heeft een enorme CO2-voetafdruk!’
‘Nee hoor. Doordat bossen CO2 onttrekken aan de lucht en drukwerk die CO2 vervolgens ook vasthoudt, heeft de papierindustrie juist een relatief gunstige (lage) voetafdruk. Zelfs de Verenigde Naties hebben gezegd dat de hout- en papierindustrie onderdeel kan zijn van de oplossing als het gaat om het tegengaan van klimaatverandering.’
‘De Verenigde Naties?’
‘Eh, ja. Dat zegt EMIP tenminste. Wacht, dat zoek ik even voor je op….’
EMIP doelt hier, blijkt uit de voetnoten, op een onder VN-vlag georganiseerde bijeenkomst in 2006. De Food and Agriculture Organization of the United Nations (motto: ‘Helping to build a world without hunger’), kortweg FOA, organiseerde een internationaal seminar over ‘Energy and Forest Products Industry’. Het verslag van die bijeenkomst concludeert dat, inderdaad: ‘de wereldwijde houtverwerkende industrie een belangrijke rol kan spelen in het bestrijden van klimaatverandering’. Tenminste: ‘… als het gebruik van grondstoffen wordt geoptimaliseerd, de efficiëntie verder toeneemt, er bio-energie wordt geproduceerd en de industrie zich verbreedt richting bioraffinage.’
Kijk, en dan krijg je een heel ander gesprek. Het eerste deel van die conclusie gaat natuurlijk op voor zo ongeveer elke industrie: iedereen kan een rol spelen in klimaatbeheersing. Maar bio-energie en bioraffinage, daar kunnen we punten scoren. Want, vervolgt de FOA: de houtverwerkende industrie is weliswaar een grote energieverbruiker met 6 procent van de energiebehoefte van de totale industrie wereldwijd, maar ‘het is de enige industrie die reeds zo’n 50 procent van de benodigde energie zelf opwekt, voornamelijk uit hernieuwbare CO2-neutrale biomassa.’
Daar las ik laatst trouwens een grappig artikel over. The Washington Post berichtte over hoe de Amerikaanse papierindustrie vele miljoenen milieusubsidie weet binnen te slepen, onder de kop ‘Black liquor verandert in goud’. Dat ‘black liquor’ is een zwarte smurrie die overblijft bij het maken van papierpulp. Al sinds de jaren 1930 vormt het een alternatieve energiebron voor eigen gebruik. En deze alternatieve brandstof blijkt nu aanspraak te kunnen maken op een belastingvoordeel dat in 2005 in de VS eigenlijk werd bedacht om meer auto’s en vrachtwagens over te laten stappen op biobrandstof. Volgens de krant wist bijvoorbeeld International Paper eind vorig jaar op deze manier 71,6 miljoen dollar te incasseren, en zou het belastingvoordeel dit jaar op kunnen lopen tot ruim 1 miljard dollar.
‘Lees jij de Washington Post?’
‘Af en toe. Op internet.’
‘Aha, dus toch liever internet! Beter dan papier!’
‘Dat hangt er maar vanaf hoe snel je leest. Volgens een studie van de Technische Universiteit in Stockholm produceert een elektronische krant die 30 minuten via internet wordt gelezen liefst 20 procent meer CO2 dan een papieren krant.’
(verschenen in Graficus)
Geef een reactie